Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
Houten kozijnen in gevels - onderhoud en beglazen.
Voor de volgende onderwerpen ga naar:
geveltimmerwerk en levensduur;
het beglazen van geveltimmerwerk;
afwerken (schilderen, beitsen en lakken);
Geveltimmerwerk en levensduur:
De architect, die in zijn ontwerp voor hout kiest, moet rekening houden met de mogelijkheden van het materiaal.Alleen dan worden de voorwaarden geschapen om het betreffende element de geplande levensduur te laten halen.
Zo moet vochttoetreding, afkomstig van lekkage en overmatige condensatie op glas, in hout worden voorkomen.
In de ontwerpfase kan veel worden gedaan aan de bescherming van betreffende gevelelementen. Zo kan gebruik worden gemaakt van overstekken, diepe neggen, etc.
Bij de houten kozijnen gebruikte men, in het verleden, voor het afvoer van water, naast de genoemde diepe negge, diverse profileringen.
Deze profileringen waren dus geen versiering!
Onderhoud:
Het toekomstige onderhoud ontstaat op de tekentafel.Met een deugdelijke detaillering, onderlinge afstemming van de materialen, goede aansluitdetails en juiste keuze van de grondstof kunnen optimale exploitatiekosten worden bereikt.
Een goede afstemming van de onderhoudsbehoefte van de toegepaste materialen verdient aandacht.
Het is bijvoorbeeld handig voor eventuele kitvoegen een kwaliteit te gebruiken die nagenoeg gelijkwaardig is aan de onderhoudsbehoefte van de verf.
Onderhoud van beide kan dan in een kéér i.p.v. in verschillende arbeidsgangen.
Het beglazen van geveltimmerwerk:
ook het onderdeel "Glas" bij materialen.Binnen- en buitenbeglazing.
De beglazingswijze is afhankelijk van de keuze voor binnen- of buitenbeglazing.
Beide systemen hebben hun voor- en nadelen.
-
Binnenbeglazing:
- Glaslatten en hun bevestigingsmiddelen staan niet bloot aan weersinvloeden.
- De inbraakwerendheid wordt vergroot.
- Het onderhoud wordt sterk gereduceerd.
- Glas plaatsen vindt aan de binnenzijde plaats, wat vervanging bij hoogbouw gemakkelijker maakt.
- Bij binnenbeglazing moet naast de binnen- en buitenafdichting een z.g. hieldichting komen.
Hierbij wordt kit afdichting t.p.v. de dorpels doorlopend minimaal 100 mm langs de stijlen doorgezet.
Natte- en droge beglazing.
Een beglazingssysteem waarbij de ruiten met stopverf of kit worden vastgezet noemen we een natte beglazing.
Een beglazingssysteem waarbij de ruiten met een rubberprofiel worden vastgezet noemen we een droge beglazing.
Deuren worden doorgaans ‘nat’beglaasd
Sponningen, etc.:
Tenzij, i.v.m. brandvoorschriften, etc andere minimum maten zijn voorgeschreven andere is het glasoppervlak bepalend voor de sponninghoogte.
van 0 - 1,5 m2 sponninghoogte 12 mm
van 1,5 - 3 m2 sponninghoogte 15 mm
van 3 - 5 m2 sponninghoogte 18 mm
bij dubbelglas minimaal 18 mm en bij ruiten groter dan 3 m2 20 mm
Bij toepassing van glaslatten dient de sponningbreedte gelijk te zijn aan de glasdikte + 2x de voegdikte + de minimale glaslatbreedte.
De voegdikte is afhankelijk van de dikte van de ruit
De dikte van de ruiten dient te te worden vastgesteld aan de hand van de maximaal te verwachten windbelasting afhankelijk van de ligging van het raam.
Zie hiervoor de betreffende normen.
Tegenwoordig wordt bij normale raam-en kozijnprofielen, zowel bij buiten- als binnenbeglazing, een belucht beglazingssysteem toegepast.
Bij het oude (onbeluchte) systeem, waarbij de sponning volledig met kit of stopverf werd afgesloten, kwam in de loop der tijd vocht onder de glaslatten. Bij gebrekkig onderhoud ontstond hierdoor schade aan kozijnhout en beglazing.
voorbeelden van standaard glaslatten(1977)
Afwerken (schilderen, beitsen en lakken):
De belangrijkste redenen voor het afwerken van geveltimmerwerk zijn de bescherming van het hout (functioneel) en de verfraaiing van het oppervlak (esthetisch).voor het "Schilderwerk" bij het onderdeel "Buitenschil - Onderhoud".
Levensduur
Bepalend voor de levensduurkosten van bouwdelen zijn alle activiteiten die verband houden met het oprichten, instandhouden, aanpassen en slopen ervan. In het gebruik zijn vooral het onderhoud en de reiniging van invloed op de exploitatiekosten. De levensduur van bouwwerken en hun onderdelen wordt onderscheiden in economisch, functioneel en technisch opzicht.In de praktijk blijken vooral de economische en functionele levensduur bepalend voor herstel of vervanging.
Voor alle houten kozijnen conform de KVT geldt een minimale levensduur van 50 jaar.
Door duurzaam bouwen is de toepassing van kozijnhoutsoorten met een lagere natuurlijke duurzaamheid toegenomen.
Dit betekent niet dat dit soort kozijnen een kortere levensduur heeft of vaker onderhoud behoeft. Wel is hier een korter interval tussen inspectiebeurten aan te bevelen. De houtsoortkeuze heeft tevens gevolgen voor de toegestane afwerkproducten.
Donkere kleuren
Materialen absorberen warmte uit ópvallend zonlicht, wat leidt tot een temperatuursstijging van het oppervlak. Hoe groter die stijging en hoe sterker de wisselingen, hoe sneller het toegepaste verfsysteem veroudert. Dit heeft een hogere onderhoudsfrequentie tot gevolg. Zaken als omgevingstemperatuur, oriëntatie op de zon - met name zuid en zuidwestgevels zijn kritisch - en situering in de gevel (liggende/staande delen, beschutting, overstek) zijn alle van invloed.Een sterk bepalende factor is de kleur van de afwerking. Donkere kleuren hebben een aanzienlijk hogere warmteabsorptie dan lichte. Daarom worden donkere kleuren ontraden, zeker bij sterke zonbelasting en in geval van naaldhout. Het mag in principe wel, maar dan moet een hierop aangepast onderhoudsschema worden gevolgd, teneinde aan de garantiebepalingen van de SGT te voldoen.
Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 23-9-2016
extra informatie behorende bij: | Het beglazen van geveltimmerwerk: |
Voorbeelden van standaard glaslatten(1977):
extra informatie behorende bij: | Het beglazen van geveltimmerwerk: |
aantekeningen UTS/HTS (1966)(1977):
Het plaatsen van glas:
afbeelding bron: ???Om te voorkomen dat de ruit met de onderzijde van de sponning in aanraking komt moet deze op steunblokjes worden geplaatst. Rondom de ruit moet op bepaalde plaatsen stelblokjes worden aangebracht, zodat de zijkanten van de ruit niet in aanraking kan komen met de loodrecht op de ruit staande sponningvlakken. Tussen ruit en sponning en bij toepaasing van glaslatten ook tussen ruit en glasruit moeten spatieblokjes worden aangebracht om te voorkomen dat bij gebruik van plastische kit de kit kit uit de sponning kan worden geperst.